Velglint (I)


Doel
Over zoiets simpels als velglint valt nog behoorlijk wat te vertellen. Velglint is om te beginnen bedoeld om de binnenband van onderen te beschermen tegen de spaakgaten in het bed van de velg. Het velgbed is het deel van de velg tussen de opstaande velgranden. Die spaakgaten dienen om de nippel gemakkelijk bij de spaak te kunnen krijgen om het wiel te kunnen bouwen. Zou je bij deze velgen geen velglint gebruiken dan raakt de binnenband door die blootliggende gaten snel lek. Sommige velgen van grote fabrikanten als Mavic en Fulcrum hebben overigens geen gaten in het velgbed (in het geval van Mavic omdat de spaaknippels in de velg worden geschroefd) en velglint is bij deze velgen dan ook niet nodig.

Soorten
Er zijn twee soorten velglint te onderscheiden: lint dat plakt en lint dat niet plakt. Plakvelglint wordt in de velg op het velgbed geplakt. De andere soort velglint is gemaakt van kunststof dat licht elastisch is. Tot plakvelglint behoort niet alleen de bekende katoenen variant (zie foto linksboven), maar ook elk ander materiaal dat op het velgbed kan worden geplakt en de binnenband van onderen voldoende tegen de spaakgaten beschermt, bijvoorbeeld tubeless tape, die in eerste instantie natuurlijk bedoeld is om een buitenband zonder binnenband te gebruiken, maar die ook goed als velglint kan worden gebruikt. Desnoods kun je ook isolatietape of ducttape als plakvelglint gebruiken.

Voordelen en nadelen
Een nadeel van katoenen plakvelglint is dat dit meestal wat dikker is dan niet-plaklint. Dit kan een probleem vormen bij velgen waar lastig buitenbanden op te monteren zijn. Bij deze velgen kan beter de dunnere elastische variant of tubeless tape worden gebruikt (één laag is vaak voldoende). De buitenband is dan gemakkelijker te monteren omdat die meer ruimte krijgt. Het belangrijke voordeel van plakvelglint is dat het niet of nauwelijks gaat schuiven, ook niet na een aantal jaar (het gaat juist steeds vaster zitten). Niet-plakvelglint kan wel gaan schuiven, vooral als het lint wat ouder wordt en zijn elasticiteit verliest. Het probleem van schuivend velglint is dat de spaakgaten bloot kunnen komen te liggen, wat snel een lekke band tot gevolg heeft. Dit is overigens een relatief vaak voorkomende oorzaak van een lekke band. Drie of vier keer kort achter elkaar lek rijden, wijst op verschoven velglint. Een nadeel van plaklint is verder dat het minder makkelijk te verwijderen is dan niet-plaklint, maar dit is slechts een klein nadeel omdat er, behalve bij wielen waarbij de nippels van buiten niet zichtbaar zijn ('internal nipple'), niet vaak een reden is om het velglint te verwijderen.

Breedte
Zorg er bij plakvelglint voor dat dit zo breed is dat het de spaakgaten afdekt. Breder hoeft niet omdat dit lint toch niet gaat schuiven. Bij elastisch velglint is het belangrijk om erop te letten dat dit ongeveer de breedte heeft van het velgbed heeft zodat dit door de opstaande randen een beetje op zijn plaats wordt gehouden mocht het op den duur gaan schuiven. Houd bij het bepalen van de breedte rekening met het gootje in het velgbed, waarvan veel velgen zijn voorzien. Bij het bepalen van de juiste breedte kan het beste een stukje tape (schilderstape bijvoorbeeld) worden gebruikt. Knip een stukje tape van een bepaalde breedte af en plak dit in de velg. Zorg dat de tape het velgbed overal raakt, ook in het gootje. Het velglint wordt namelijk door de binnenband in het gootje geduwd. Als het stukje tape te smal is, probeer dan een breder stukje tape, etc. net zo lang tot het stukje tape mooi het gehele velgbed (incl. gootje) bedekt. Vervolgens verwijdert u het stukje tape en meet de breedte daarvan. Stel dat u uitkomt op 20 mm dan past 18 mm of 22 mm breed velglint ook wel. Het komt niet op 1 mm. Maar rond bij niet-plaklint naar boven af.

Klik hier om naar Velglint deel II te gaan.